Edition 2004  

euroglide 2004 logo

Story of 7L
By Mark de Jonge
  Zondag 27 juni: Voorbereiding  
4/8 Cu 020 hz 240/10 10+ 16C
Ik had afgesproken, om tegen het einde van de ochtend op Terlet te zijn, om de laatste hand te leggen aan de Nimbus, samen met Bert. Ik ben echter weer een beetje te lui en kom pas veel te laat uit bed en ik wil ook nog wat hardlopen.

Pas tegen tweëen kom ik op Terlet. Gelukkig is Bert ook vertraagd, dus maakt het allemaal weer niet uit. Ik maak het tanksysteem in orde en dan komt Bert ook eens aankakken. We solderen het stekkertje aan de pomp en dan slepen we de Nimbus naar de startplaats.

We hebben het snode plan, om de Nimbus over te vliegen naar Eindhoven. Wat we nog missen, is een aantal chauffeurs, want onze auto’s moeten wel naar Eindhoven. Uiteindelijk vinden we het ophaalteam van Wouter Wessels bereid om onze voertuigen over te karren. We monteren de Nimbus en stappen in en beginnen aan ons cunning plan.

Het gaat moeizaam, met een wolkenbasis op 600 meter en een stevige woei op kop. Ook het feit, dat we wat later zijn helpt niet. Daardoor is het weer al een beetje op tegen de tijd, dat we bij Volkel zijn. Daar trek ik de Turbo en bij de rand van de Eindhoven CTR hebben we voldoende hoogte om glijdend het veld te halen. Turbo in en uitglijden maar.

’s Avonds aan de bar is het weer erg gezellig. Ik babbel wat met Put en tegen achten komen Elbert en Kirsten en is ons team compleet. We schrijven in en volgen de briefing. Na de briefing, worden de ingevlogen teams aan de tand gevoeld, omdat er een TCAS warning is afgegaan op een airliner ten noorden van Eindhoven, waarbij een zwever gezien is. Alleen geen enkele zwever heeft een transponder, dus hoe de TCAS getriggerd is weet ik niet, maar de verkeersleiding is er niet erg blij mee. Na afloop rijd ik naar Volkel om nog een wasje te draaien en in te pakken om daarna nog eens van een goeie nachtrust te genieten, want de komende twee weken slaap ik in een slaapzak.

go to top
  Maandag 28 juni, Een prachtige 1ste dag  
3/8 Cu 055 nosig 250/10 20+ 18C
’s Ochtends ben ik net op tijd voor het ontbijt in het clubhuis van de EAC. Lekkere broodjes, eitjes en wat fruit. Daarna is er weer een briefing en dan wordt het tijd om op te stellen en te gaan vliegen. Er zijn ongeveer 40 deelnemers en dat blijft een imposant gezicht, om zo’n startveld te zien. Zeker omdat er natuurlijk het neusje van de zalm staat opgesteld aan kratten op dit soort evenementen. Onze Nimbus 3 is zeker niet de hipste kist van het veld.

Aan de start op Eindhoven


Er zijn vier sleepkisten, om het hele veld op te sleuren en dat gaat in een soepel tempo. Gezien het feit, dat we één van de betere handicaps hebben, moeten we wachten, totdat de mindere deelnemers voor ons zijn gestart. Dus na een uur zijn wij aan de beurt. Vandaag vliegen Elbert en Kirsten en Bert en ik rijden. De start is uneventfull, afgezien van het feit dan, dat de Nimbus vol water achter de sleepkist toch niet al te briljant klimt, maar goed, ze zijn boven.

We pakken in, parkeren mijn wagen en gaan dan op pad. Eerst moeten we nog naar het postkantoor, omdat Bert vergeten is om de afstandbediening van zijn poort thuis achter te laten voor Patricia. Die moeten we dus nog ff opsturen. De camper van Bert met daarachter de Nimbusaanhanger is natuurlijk niet de ideale combinatie om door de stad te slepen, maar met wat voorzichtigheid lukt dat wel soepel. Met wat telefonische hulp van Jasper, die wel een postkantoor in de buurt weet hebben we ook snel ons doel bereikt. Het parkeren met zo’n combinatie is natuurlijk wel een hel, maar na wat rondsnuffelen vinden we een plek die geschikt is. Uiteraard is het op het postkantoor rete druk, maar Bert lost dat soepel op, door bij de naastgelegen boekhandel zaken te doen.

Daarna gaan we opweg richting Klippeneck in Zuid-Duitsland. We hebben een redelijke achterstand opgelopen en tegen de tijd, dat we op de snelweg zitten, krijgen we een SMS-je, dat het vliegteam al bijna een dikke honderd kilometer voor ligt. Gezien het feit, dat het redelijk kastelenweer is, is de kans op inlopen ook redelijk nihil.

Eindhoven -> Klippeneck (450 km)


We stoppen onderweg een keer om tanken en van bestuurder te wisselen. Het is wel een tikje illegaal, omdat ik nog geen E-rijbewijs heb (zucht), maar goed, niet te veel miepen, ik heb wel eens vaker de wet met voeten getreden. Wat wel lekker is van zo’n campertje, is dat je achterin op je gemakje aan tafel kunt gaan zitten en iets nuttigs doen. In mijn geval probeer ik weer wat achterstand in het dagboek weg te werken, wat slechts ten dele lukt.

Vanwege het mooie vliegweer, is bijna het gehele deelnemersveld tot aan Klippeneck gekomen. Na wat omzwervingen vinden we het veld en ik moet zeggen, dat dit wel een gaaf veld is. Op zo’n 900 meter hoogte gelegen in de bossen. Het is wel een moeilijk veld, want het is een enorm glooiend veld, dus ook het lieren is wat sportief, maar dat zien we morgen wel.

Het wordt al laat en het wordt tijd, dat we wat gaan eten. Gelukkig heeft een lokale vlieger geregeld, dat een restaurantje de keuken voor ons heeft opengehouden. We doen ons, tesamen met een groot deel van de andere deelnemers tegoed aan een schnitzeltje en gaan dan maar eens naar het veld om te tukken.

Ik slaap vannacht in de camper van Bert. Die is zo ingedeeld, dat achterin de kastjes en het keukentje te vinden zijn. In het midden is een slaapbankje, waar je met wat passen en meten twee personen op kwijt kunt. Als je het dak opklapt, kun je een soort hangmat uitrollen, waar je ook nog op kunt slapen, als je niet al te breed bent en daar ga ik maar eens proberen te snurken. Het dak kan maar aan één kant opklappen en normaal gesproken lig je dus met je hoofd aan de hoge kant, maar omdat die nu een beetje bergafwaarts staat, lig ik omgekeerd en dan lig je toch wel een beetje klem, maar hé ik vind het allang een mooi concept. Zoiets moet ik misschien ook maar regelen.

Kampement op Klippeneck


De andere DSA-teams staan jammer genoeg toch wel een stukje terug, die moeten het zwarte woud nog over om een beetje bij te komen, maar dat zien we morgen wel.

go to top
  Dinsdag 29 juni: Superweer  
3/8 Cu 060 nosig 270/20 10+ 20C
’s Ochtends is het behoorlijk dringen bij de douche, maar met wat geduld kom je een heel eind. We ontbijten kalm en maken de kist klaar. Er komt ons het macabere verhaal ter ore, dat er vannacht iemand op het veld is overleden.

Toen we gisteren de accu’s aan de lader hingen stond er buiten de hangaar waar de oplaadpunten stonden een auto bij de deur met iemand daarin, die ogenschijnlijk aan het prutsen was in z’n auto. Ik heb er verder natuurlijk niet bij stil gestaan, maar achteraf is het toch wel erg vreemd, dat er iemand met een touw achter z’n auto aan de hangaardeur geknoopt zit te knutselen. Een paar mensen die terugkwamen van het eten en hem daar nog zagen staan gingen poolshoogte nemen en kwamen er al snel achter, dat het heerschap toch wel erg stijf en koud was. Hij was daar overleden aan waarschijnlijk een hartaanval. Wel bizar hoor, hij had die middag lekker nog een beetje kunstgevlogen en bij het opruimen is hij zomaar plotseling overleden. Geeft toch maar weer aan hoe vergankelijk het leven is, ook al was hij al rete oud. Wij hebben er niks van meegekregen, omdat we al sliepen.

Maar goed, life’s tough shit and the show must go on. We komen erachter, dat er binnenkort startcapaciteit gaat zijn. We besluiten dus om richting startplek te gaan. Uiteraard is Bert niet te vinden, die is schijten. Typisch Bert, om op de meest onhandige momenten triviale zaken te gaan regelen. Een beetje stress hebben we wel, want eigenlijk moeten we op grond van onze handicap achteraan starten, maar aangezien de rest van de vliegers nog niet echt in beweging is gokken we, dat als we opschieten we direct wegkunnen. We staan als eerste boven en zien de kabelrijder/lierman, deze is van hetzelfde caliber als de overleden baas gisteren en we hopen maar, dat hij het vandaag niet gaat begeven.

Glooiend Klippeneck


Uiteindelijk komt Bert ook aansloffen en na een beetje aansporen zit hij in de kist, met mij achterin en voor we het weten hangen we op 400 meter boven Klippeneck. We starten de turbo een paar minuten om motorloopregistratie op de logger te krijgen en gaan dan op pad richting Sonnen. Het weer is nog niet echt optimaal, maar het gaat lekker. We moeten wel even om een verboden gebiedje heen vliegen, maar dat kost ons slechts marginaal afstand.

We hebben een stevig windje in de rug, dus de kilometers vreten we soepel op. Tot aan München. Daar klappen we een beetje onderuit en net op het moment, dat we nabij Pfaffenhoven de motor zouden moeten trekken lukt het te handhaven op een nulletje. Aangezien we onder verkeersleiding van München radar vliegen moeten we zo nu en dan onze positie en hoogte doorgeven en ik kan me de verbazing op het gezicht van de controller voorstellen, als hij steeds maar hoort, dat we hoog zitten en dan weer laag om vervolgens een uur lang bij Pfaffenhoven te zitten kranten. Maar na een heldhaftige uitgraafactie kunnen we weer vrolijk op pad en moet ik zelfs nog de controller vragen of we boven de FL 60 mogen klimmen. Het zal hem wel niet zo vaak overkomen zijn, dat een kist over zo’n brede altitude band op en neer zwalkt. Maar goed, heeft hij tenminste ook weer eens wat te vertellen thuis bij moeders de vrouw.

Ulm


Eindelijk, na een uur of anderhalf, z’n hele luchtruim van west naar oost te hebben doorkruist, kunnen we ons eindelijk afmelden en zonder restricties onze weg vervolgen. Na één steek echter klappen we weer onderuit en dit keer is er geen ontkomen aan. Net waar wij zitten is het slecht. Noord van ons knallen de cumels uit de grond en zuid van ons ziet het er ook goed uit. We zijn niet de enigen die het moeilijk hebben, want nadat we de motor hebben getrokken en naar het noorden richting beter weer vliegen, zien we onder ons een paar kisten laag handhaven. Nu zien we het voordeel van een motor. Wij kunnen de motor trekken en naar het noorden strompelen om daar in het goede weer te geraken, terwijl diegenen zonder motor dat niet kunnen en moeten buitenlanden.

Ik zie een kist buitenlanden, die een gruwelijke grondzwaai maakt. Ik vraag me af of het wel goed gaat met die kerel en ik zit erover te twijfelen, of we naar beneden moeten om te gaan kijken. Uiteindelijk doen we dat niet, omdat het vanuit hier lijkt, alsof alles nog heel is. De vleugels zitten er nog aan en het stabilo lijkt er ook nog op te zitten. Later blijkt dat dit de onfortuinlijke mannen van de NJ waren.

We pakken dus het goede weer op en vanaf hier is het racen. We zitten onder een kilometers lange straat van enorme cumuli die tot 2400 meter gaan. We komen even onder de straat vandaan om Sonnen te ronden en gaan dan op pad naar de Wasserkuppe.

Linksonder net te zien: Sonnen Runway!


Het eerste stuk gaat super, de straat volgen we het eerste stuk weer terug en ook daarna blijven de bellen sterk en betrouwbaar. We steken het Bayerische wald over en pas uren later stort het weer in. Met een beetje lulwerk, kunnen we een stuk van het luchtruim van Nürnberg afsnijden richting Burg Feuerstein, waar we na een strakke final glide een uneventfull landing maken. Even later voegt ook de 3T zich bij ons. We hebben alles bij elkaar acht en een half uur gevlogen over een dikke 600 km… Niet slecht!!!

Een half uurtje later staan ook onze ophalers op het veld, want zij hebben natuurlijk een lekker stukje kunnen afsnijden en hebben dus niet zoveel kilometers hoeven maken. Even later arriveert ook de ophaler van de 3T en gaan we een hapje eten in het restaurant aan het vliegveld. Daarna gaan we lekker tukken, dit keer besluit ik om buiten te snurken, het is toch mooi weer.

Klippeneck -> Sonnen -> Burg Feuerstein (620 km)

go to top
  Woensdag 30 juni Beter resultaat dan verwacht  
6/8 St 050 nosig 240/15 10+ 16C
Het weer ziet er een stuk minder vriendelijk uit, dan de dagen daarvoor, maar ondanks dat gaan we het toch proberen. Elbert en Kirsten zijn weer aan de beurt om een stukje te sturen. De kist is weer afgetopt met water en afgesleept naar de startplek.

In het oosten zitten een paar cumeltjes, maar niet erg hoog en op koers is alleen maar stratus te zien. De 3T start als eerste en blijft toch wel hangen, ook al heeft hij de turbo nodig om in het begin een beetje te helpen.

Ook wij moeten starten, want over een kwartiertje gaan de lokalen pauze houden om te eten. De 7L is weg en Bert en ik rijden naar de aanhanger. Uiteraard worden we nog ff soepel afgezeken, omdat we niet aan de toren hebben gevraagd, of we wel mochten rijden (zucht). Dit veld is sowieso al enigszins fascistisch, want alles moet volgens strakke regeltjes. Zo hadden we een kundennummer moeten vragen voordat we naar de startplaats waren gereden en bij gratie gods mochten we dan zonder starten. Gevolg is wel, dat we tot twee uur moeten wachten voordat diegene, die kan afrekenen weer terug is. Ik besluit, dat ik de tijd wel nuttig kan besteden door een stukje te gaan hardlopen.

Ik moet zeggen, dat Burg Feuerstein wel een mooie omgeving is, alleen een beetje heuvelachtig. Het eerste stuk berg af verzuren de bovenbeenspieren, waarna het stuk berg op de kuiten lekker sloopt. Het wordt zelfs zo steil, dat ik een tandje terug moet naar wandelsnelheid om op de top te komen. Daarna ren ik een stukje, door een bos, waar de huizen aangebouwde hangars hebben, van waaruit je hup de weg over kan het veld op om te vliegen. Erg geinig. Ondertussen is er een duitse Transall op het veld verschenen, die dit veld gebruikt, om z’n STOL procedures te oefenen, dat ziet er wel impressive uit.

Transall op EDQE

Nadat ik weer teruggekeerd ben bij de camper doe ik een afwasje in de camper, terwijl ik uitdamp en Bert een douchje pakt. Nadat ik ook het zweet van m’n vermoeide lichaam heb gewassen, wordt het hoog tijd om te vertrekken, want het weer blijkt toch niet zo slecht als we gedacht hadden en Elbert en Kirsten zijn alweer een eind op weg. Uiteindelijk halen we vandaag zo’n 200 km, hebben we de Wasserkuppe gerond en staan we bij Nordhausen. Een leuk oud plaatsje in het oosten van Duitsland. Bert en ik doen er nogal een tijdje over om daar te komen, omdat een groot stuk van de weg niet over snelweg gaat en de snelheid daar terugzakt naar een schamele 50 km/u.

Op Nordhausen staan meerdere deelnemers en dus eten we gezellig met z’n allen een hapje in een restaurant, waar we op de achtergrond Nederland horen verliezen in de kwart finale van Portugal, jammer. Daarna is het weer tijd om het hangmatje op te zoeken.

Burg Feuerstein -> Wasserkuppe -> Nordhausen (240 km)

go to top
  Donderdag 1 juli Ronduit beroerd weer  
8/8 St 060 3/8 Cu 040 shra 270/30 10+ 15C
Na een ontspannen nachtje slapen, is het weer tijd om te zien wat het weer ons vandaag brengen zal, maar eerst een douche. Helaas voor mij is er geen warm water, maar ik laat me niet kennen en vreet het koude water. Erg verfrissend.

Daarna wordt het al snel duidelijk, dat het ’s ochtends niks gaat worden met het vliegen. Op het veld staan ook de PM en de MA en het toeval wil, dat Pamela Kurstjens vandaag 50 wordt en dat moet gevierd worden en dus trekken we het idillische Nordhausen in, waar we het culturele erfgoed van de communistische planeconomie mogen aanschouwen.

Pamela en Gerrit


In het centrum vinden we een mooi tentje, waar de Kurstjens ons op Kaffee und Kuchen trakteren en met dat ik lekker zit te smikkelen, realiseer ik me, dat de vliegers tegenover me meer jaren vliegervaring hebben, dan dat ik oud ben en ik ben met m’n dertig jaar toch niet echt een baby meer, een aparte gewaarwording. Maar goed, tegen de tijd, dat we uitgesmuld zijn, beginnen er onder de stratus cumultjes te ontwikkelen. Het zijn er niet veel en ze hangen laag, maar het zijn onmiskenbaar cumels, dus togen we vol goede moed naar het veld.

Het waait hard en het ziet er niet echt super uit, maar we gaan toch maar wat proberen. Omdat Nordhausen zelf geen startcapaciteit levert, moet er een sleepkist van een naburig veld komen. Als die er eenmaal is, gaan Bert en ik omhoog. Het is een sportief windje, die zorgt voor wat turbulentie aan de grond. Boven is het rustiger, maar echt omhoog gaan doen we niet. We hangen boven wat heuvels ten noorden van het veld, die de uitlopers van het Harzgebirge vormen. Hier klimmen we niet echt, maar dalen doen we ook niet, dus modderen we maar wat verder.

De andere deelnemers besluiten om te verplaatsen naar het veldje waar de sleepkist vandaan komt, omdat ze er niet echt vertrouwen in hebben, dat het wat gaat worden. Net als de anderen daarmee bezig zijn, komt de bel van de dag los en knallen we naar 1500 meter. Terwijl wij onder een straat de Harz oversteken, hangt de PM afgeknapt achter de sleep richting het andere veld. Al snel barsten de buien om ons heen los en kunnen we een doodsteek naar Oschersleben maken. De 60 km/h wind maakt het allemaal niet eenvoudiger. Bij Oscherleben zien we, dat dit niet echt een superveld is en ik probeer nog met de motor om noord van het veld wat te zoeken, maar dat wordt niks, dus gaan we maar weer snel terug, want er hangt al een dikke Cb voor Oschersleben. Na een sportieve landing in de storm, blijven we nog even in de kist zitten om te wachten, tot de bui weer voorbij is en bellen we onze ophaalploeg. Het resultaat van deze éénbelsvlucht is een hopje van 70 km, niet echt vet dus.

Terwijl we wachten op de ophaalploeg, gaan we maar aans verkennen, wat er allemaal gebeurt op deze luchthaven. Na een stukje wandelen, komen we bij iets wat op een clubhuis lijkt en een paar ossies begroeten ons verdwaasd. We polsen, wat de mogelijkheid is, om hier een startje te krijgen, maar al snel komen we erachter, dat we waarschijnlijk moeten proberen een sleepvliegtuig van een ander veld te laten komen. Vervolgens krijgen we een mooie rondleiding over het te terrein, wat lijkt op een voormalig concentratiekamp. Alles is netjes onderhouden en vooral het gras is netjes gemaaid moet ik toegeven. De vloot is echter oude troep, een paar piraten en één of andere poolse houten tweezitter uit het jaar nul. Maar ja het vliegt en dat is wat telt. Verder krijg ik echter niet echt de indruk, dat het bijzondere vlieghelden zijn, maar dat ze alleen zo af en toe in het weekend een startje maken.

Nordhausen -> Oschersleben (70 km)


Nadat de ophaalploeg is gearriveerd, pakken we het vliegtuig in, parkeren de aanhanger en gaan een hapje eten. Lekker een happje gegeten bij de lokale Joegoslaaf, waar een oorlogsmisdadiger die vast Goran heet, ons bediende. Na het eten heeft het lokale kaalhoofdige randtuig de auto gelukkig met rust gelaten en kunnen we weer naar het vliegveld rijden en gaan we weer een stukje slapen.

go to top
  Vrijdag 2 juli Een geluksdag?  
4/8 Cu 1/8 Cb shra 270/15 10+ 17C
De weersvoorspelling voor vandaag was niet zo mooi, maar als we uit het raam kijken is het eigenlijk best mooi weer. De lokalen zijn echter niet geneigd ons een startje te geven en we moeten dus een sleepkist ergens regelen. We proberen Magdeburg, maar hun sleepkist is in onderhoud, dus dat werkt niet echt. Een paar andere velden in de buurt geven niet thuis, of kunnen ons niet helpen. Gelukkig kan Ballenstedt ons van dienst zijn, door een Rotax Falke te sturen. Deze motorzwever van het eerste uur is upgebeefd met een 80 pk rotax, maar we hebben zo onze twijfels of dit apparaat wel in staat is een Nimbus op te slepen, zeker van zo’n sportief kort veldje als Oschersleben. Maar goed, we hebben weinig te kiezen en dus laten we die machine overkomen.

Om ongeveer twaalf uur zien we de Falke aan de horizon aan komen pruttelen en als de krat land zinkt het vertrouwen nog dieper, maar de sleepvlieger beweert, dat ze er alles mee slepen. We besluiten om de Nimbus naar de andere kant te slepen, zodat we berg af kunnen starten en we zetten hem helemaal achter het hek, om zo’n lang mogelijke aanlooprol te hebben. Na drie peuken heeft de sleepvlieger voldoende nicotine in z’n lijf om deze stunt aan te durven en stappen Elbert en ik in de kist om onze levens te wagen. Kirsten gaat deze death defying stunt vastleggen op de camcorder en na een laatste zwaai, gaan alle 80 paarden van de Falke aan het werk. Zonder al te veel effect echter, want ondanks, dat Bert z’n longen uit zijn lijf loopt, is de snelheid van de combinatie, tegen de tijd, dat hij loslaat, nog zo laag, dat de rechtertip nauwelijks van de grond af te houden is en we bijna één van de baanmarkeringen meenemen.

Bert heeft een vraag



Voor m’n gevoel, versnellen we nauwelijks, ondanks dat we berg af gaan. Met nog honderd meter te gaan hijst de Falke zich met minimum snelheid van de grond, terwijl wij nog door het gras rollen. Eigenlijk is nu het punt aangebroken, dat we hadden moeten ontkoppelen, maar we doen het niet en net een paar meter voor het einde van het veld hijst Elbert de Nimbus van de grasmat. De snelheidsmeter staat op een minimalistische 80 km/h en de gehele combinatie waggelt zonder echt te klimmen of te versnellen door de lucht. De huizen en de bomenrij aan het einde van het veld waar we nu overheen zwalken komen al onaangenaam dichtbij en ik begin hem nu toch wel erg te knijpen. De sleepvlieger vindt het nu een goed plan, om z’n snelheid in hoogte om te zetten, zonder rekening te houden met het feit, dat een Nimbus toch wel 90 moet vliegen om in de lucht te blijven. Even knipperen met de ogen en we vliegen 70 en ook nog eens ver onder de Falke, met de gehele combinatie aan de verkeerde kant van de powercurve. Typisch een positie zonder marge, met een hoog doodgaan potentieel. Elbert schreeuwt enigszins nerveus, dat ik maar eens naar de sleepvlieger moet brullen, dat we sneller moeten vliegen en dus brul ik, met het zweet door m’n bilnaad druppelend, dwingend door de radio, dat hij sneller moet vliegen: “Beschleunigen!!! Schneller fliegen!!! Wir haben hier hinten nur 70!!!” Gelukkig reageert de sleepvlieger goed en duikt het beetje hoogte wat hij heeft aan en we vliegen weer een wat confortabelere 90. Als we nu nog zouden gaan klimmen, zou dat een niet onwelkome gebeurtenis zijn.

Tergend langzaam gaat het omhoog en een seconde overwegen we nog om de turbo bij te zetten, maar we realiseren ons, dat we dat ding nooit aan gaan krijgen, omdat we toch minstens 120 moeten vliegen om dat ding gestart te krijgen. Gelukkig is de sleepvlieger slim genoeg om een bel op te zoeken en daarin te gaan draaien, zodat we eindelijk richting de 600 meter komen.

Op 600 meter afkoppelen en de motor aanslingeren, voor de motorregistratie en dan rustig in de thermiek rondhangen, om de hartslag weer een beetje te laten zakken na deze death defying stunt. Ik ben er redelijk van overtuigd, dat we hier tenminste één van onze negen kattenlevens hebben ingeleverd en Elbert is dat wel roerend met mij eens, krijg ik zo de indruk.

De opmerking van de sleepvlieger: "Wir schleppen alles", was redelijk overconfident en het roken van drie cigaretten en het bergaf starten, waren toch wel redelijke weggevers, dat we deze kermisstunt misschien beter niet hadden moeten doen en we komen tot de conclusie, dat we vanaf dit soort veldjes niet meer achter een Falke gaan slepen met de Nimbus. Misschien moeten we sleepacties met de Nimbus maar helemaal niet meer doen achter Falkeachtige kratten.

Na bekomen te zijn van dit avontuur gaan we maar op pad naar Güstrow en het weer ziet er boven verwachting goed uit en na een paar kilometers komen we erachter, dat het eigenlijk rete goed weer is. We komen vrij vlot richting Güstrow, waar het er toch wel dreigend uitziet. Weinig bruikbare cumels en een flink dreigende regenbui recht boven het veld.

Ook horen we over de radio, dat de andere deelnemers het keerpunt hebben afgesneden en we gaan ervanuit, dat dat vanwege het weer is. Elbert zegt dat we dat ook moeten doen, maar ik vind het laf en zeg dat we moeten ronden. Na wat geonderhandel is de deal, dat we naar het veld steken en omkeren als we de regen invliegen.

Uiteindelijk lukt het ons het keerpunt te ronden zonder nat te worden en worden we voor deze prestatie beloond met de mooiste regenboog die ik ooit heb gezien. Omdat we zo hoog zitten vormt die een complete cirkel om Güstrow heen. Een adembenemd gezicht, wat het ronden alleen al meer dan waard maakt. Het spijt ons nu wel zeer, dat we geen camera bij ons hebben.

Met het keren van Güstrow beginnen we aan het laatste been van de euroglide richting Eindhoven, zo’n 500 km verderop. Dit been gaat recht tegen de wind in, wat de snelheid er wel uithaalt, maar het voordeel heeft, dat we onder de straten kunnen blijven, die zich gevormd hebben op de koerslijn. Door onze heldhaftige rondingsactie, zitten we wel dermate laag, dat we bang zijn, de aansluiting met de straten te moeten missen, maar gelukkig doet Elbert wat ‘pilot shit’ en kunnen we weer aansluiten bij de straten.

Van hieruit gaat het langzaam maar gestaag tegen de wind in en het weer verbetert zelfs nog wat, de wolkenbasis klimt naar 2000m en de bellen worden sterker. Ik vlieg hier en daar ook nog een mooi stukje, met Elbert als een soort Precision Approach Radar controller voorin, die mij continu van commentaar voorziet. Uiteraard heeft hij een hoop goede tips, want hij weet wel hoe je door moet vliegen, maar volcontinu vectors is ook wat overdreven. Gelukkig heeft hij dat na een paar opmerkingen wel door en vinden we een happy medium tussen nuttig commentaar en eigenbeschikking.

Tegen het einde van de middag overontwikkelt het weer en gaan we maar eens op zoek naar een geschikt vliegveld op koers. Een beetje langs de buien schuifelend horen we, dat een hoop mensen naar Nienburg gaan, dus lijkt het ons wel een mooi plan om ook die kant op te gaan. Het weer is nu echt op en we trekken de motor om naar Nienburg te pruttelen. Gelukkig hebben Bert en Kirsten goed opgelet en krijg ik een waarschuwend SMS-je, dat er op Nienburg geen startcapaciteit is, maar op het nabij gelegen Hoya wel en dus na wat gebrul over de turbo-herrie tegen Elbert zetten we koers naar Hoya, waar we uneventfull landen. We hebben een dikke 400 km gevlogen, niet slecht.

We slenteren richting het lokale clubhuis en treffen daar de LL en LSJ aan, maar wat schetst onze verbazing? In plaats van in te pakken bereiden de teams zich voor op vertrek. Bij de LL zorgen Marc en Fred van Breemen weer voor hooge stress carrots en wordt er, verrassend, driftig gepoetst en geboend, bijna tot aan het aankoppelen van de lierkabel aan toe. In haast vliegende paniek moet de LL naar de startplaats geduwd worden en ik ben uiteraard niet de beroerdste en help mee duwen, niet in de laatste plaats, omdat ik geen seconde van dit kostelijk vermakelijke theater wil missen.

Ondertussen zij Bert en Kirsten ook gearriveerd en beginnen een kalm praatje met Lodewijk de Beukelaar, die met z’n bourgondische kalmte en gelatenheid de haast mierachtige nervositeit van Fred en Marc schijnt te proberen te compenseren. Dit tot grote ontevredenheid van Fred die enigszins geïrriteerd roept: “…help mee duwen!!!*&$!!##” soepel aangevuld door Kirsten “alsjeblieft bedoel je?”, waarop ik het niet na kan laten om te zeggen: “nee, nee, deze heren hoeven geen alsjeblieft te zeggen want ze hebben stress. Zie je dat dan niet?”, waarop Fred antwoord: “…precies, jij begrijpt het tenminste!!!”. Ik laat het niet direct merken, maar eigenlijk zijn dit soort dol-acties natuurlijk enorme dijenkletsers.

Nadat de elite van het wedstrijdveld is vertrokken, wordt mij uitgelegd wat het idee achter deze actie was; nog even een tweede wedstrijdvlucht maken van 50km en dan weer 100km verplaatsen, om zodoende dusdanig dichtbij Eindhoven te zijn, dat het morgen met marginaal weer nog steeds te halen is. Even speelt Elbert serieus met de gedachte om dat ook te gaan doen, maar uiteindelijk besluiten we, dat het wel erg fanatiek is en vinden we het wel welletjes zo en gaan lekker wat eten in de stad en nagenieten van het moois, dat we hebben meegemaakt, om daarna weer een gezonde nachtrust te genieten.

Oschersleben -> Güstrow -> Hoya (450 km)


go to top
  Zaterdag 3 juli Geen weer  
8/8 St 015 becmg 3/8 Cu 020 2/8 Cb 020 shra 270/15G30 10+ 15C
’s Ochtends tikt de regen droef op het dak van de camper en dus kan ik me rustig nog eens omdraaien en pas om een uur of elf m’n graf uitkruipen. We hadden gisteren niet voorzien, dat het vandaag zou regenen en hebben de Nimbus dus niet in de Jaxida’s gehesen en dus is de kist drijfnat, inclusief de kaphoes die we erop hadden gehesen voor de nacht.

Gezien het idee, dat het vandaag toch niks gaat worden, doe ik alles kalm aan, in het kader van tijdvulling. Een uitgebreide douche gevolgd door een uitgebreid ontbijt en dan beginnen we hoopvol naar het westen te staren… en zowaar lijkt het erop, dat het weer de mogelijk gaat bieden om er nog een 50km uit te persen en dus gaan we aan het werk om de kist te prepareren.

De lokale helden stellen de lier op en Kirsten en Bert gaan een poging wagen. We zijn zeer te spreken over de lier op Hoya, want dat ding trekt zonder problemen Nimbi omhoog en, zoals ik ervaren heb, kun je dat niet van alle startmiddelen zeggen. De kabelwagen van de Hoyanaren is een opengezaagde kever met dubbele wielen achter. Elbert was zo gecharmeerd van dit historische kabel-uit-rij-mechaniek, dat er spontaan een halve dag aan kever verhalen aan hem ontsproot, de verhalen hadden één ding gemeen; alle kevers kwamen destructief aan hun einde. Of ze werden het kampvuur opgeduwd, ze verdwenen sloten in of werden bruut opengezaagd door keverbarbaren, maar stuk gingen ze. Zo te zien echter gaat dit Hoyaanse stuk staal nog wel enige jaren dienst doen.

Maar goed, Kirsten en Bert komen niet echt ver door de lage wolkenbasis, de harde tegenwind en de buien. Ze besluiten dan ook om weer om te keren en het morgen nog een keer te proberen. We hebben geleerd van de vorige avond en hijsen de Nimbus fijn in de Jaxida covers en gaan inkopen doen, want we zijn redelijk door onze voorraden heen. Nu zijn de Duitsers wel een hard werkend volkje, maar ze weten toch wel de winkeldeuren op tijd te sluiten en dus in de gehele metropool Hoya is er geen geopende supermarkt meer te vinden. Pas ergens bij Nienburg vinden we een supermarkt, die later dan 1600 open is.

Om wat tijd te doden slenteren we door de middeleeuwse binnenstad en besluiten om in een historisch ‘Pfankuchenhaus’ te eten. Het is een restaurantje uit de 16e eeuw en dat is wel te ruiken. Het eten is wel lekker, maar als ik als dessert een pannenkoek met allerlei lekkere fruitsoorten wil bestellen blijkt, dat het beslag op is??? M’n ogen rollen bijna uit hun kassen van verbazing en ook aan het tafeltje naast ons zie ik grote verbazing ontstaan… een pannenkoekenhuis, waar het beslag op is, dat is echt het nieuwste. Gelukkig kunnen ze nog wel een stukje appeltaart oppingen in de magnetron en dat is ook wel te knagen. Daarna rijden we weer terug naar Hoya. Gelukkig hebben we de sleutels van het clubhuis gekregen, waar we nog genieten van een filmpje op de laptop. Erg handig zo dat mobile entertainment centre. De meeste toeschouwers echter vallen al voortijdig in slaap en na afloop van de film ga ik ook maar eens een kijkje nemen in dromenland.

go to top
  Zondag 4 juli Technische problemen  
3/8Cu 020 2/8 Cb 020 shra 270/15G25 10+ 17C
De tweede dag op Hoya begint iets beter, het weer is minder slecht, maar ‘sochtends is het nog steeds niet vliegbaar. Het weerbericht geeft echter aan, dat het toch wel wat zou kunnen worden, dus preparen we de kist en wachten af.

De Hoyanaren stellen op en met argusogen volgen we de verrichtingen van de lokale vliegers en zodra deze blijven hangen pikken we een kabeltje mee. Al na enige minuten keren Bert en Kirsten weer terug met technische problemen. De GPS-NAV is ermee genokt en dat betekent, dat er niet gelogd word en om disqualificatie te voorkomen moet dat opgelost worden dus duiken we de boeken in om te zien wat er mis kan zijn, we wisselen accu’s, maar niks helpt. Nadat we de Cambridge een tijdje met rust hebben gelaten, begint hij uit zichzelf alsnog te loggen, dus gaan we weer in de ‘go’ mode en starten Bert en Kirsten nog een keer.

Nu hebben we het idee, dat het wel moet lukken, maar wat schetst onze verbazing, na een paar minuten keren ze weer terug, ditmaal komt de motor niet uit!!! Het is blijkbaar niet onze dag. Wat er gebeurd is, is dat bij het intrekken van het wiel, de accukabel is losgeschoten, waardoor de spindelmoter van het uitklapmechanisme geen spanning meer kreeg. Een extra tiewrapje moet dit in de toekomst voorkomen.

Dan voor de derde keer vandaag gaat de Nimbus de lucht weer in. Nu echter is het alweer aan het overontwikkelen en wordt het weer niets. We hebben vandaag zeker drie uur verprutst met technische problemen, wat ons zeker 100 km heeft gekost, waarschijnlijk scheelt dit een dag in onze finish… GRRR. Maar goed, soms zit het mee, maar meestal zit het tegen.

’s Avonds besluiten we om maar eens zelf te koken voor de verandering. De keuken in het Hoyaanse clubhuis is goed uitgerust en van alle gemakken voorzien en in no time hebben Elbert en Bert een lekkere maaltijd op tafel getoverd, terwijl ik aan het dagboek werk.

Nadat we het eten met smaak hebben verorberd toveren we het clubhuis weer om tot bioscoopzaal en staren we gebiologeerd naar het laptopscherm, wederom valt een aantal leden van het publiek in slaap, het is dus blijkbaar weer tijd om het mandje op te zoeken.

go to top
  Maandag 5 juli Nét niet  
8/8 St 015 ra becmg 3/8 Cu 2/8 Cb shra 270/15G20 10+ 17C
De dag begint als de twee afgelopen dagen, met een gesloten wolkendek en gestage regen. De enige die er nog heil in ziet vandaag is Elbert. Hij loopt maar een beetje heen en weer te rennen tussen de weercomputer en de laptop van Bert, waar de koerslijn op See You is uitgezet en loopt continu te oreren, dat het mooi weer gaat worden en dat we ons klaar moeten gaan maken. De rest van ons moet een beetje lachen, want het ziet er uit als murkenweer, wat de hele dag blijft hangen, maar Elbert blijft stug volhouden, dat het zodadelijk goed weer gaat worden en dat we niet zo defaitistisch moeten doen.

En zowaar, tegen het eind van de morgen vallen er wat blauwe gaten in het grijze wolkendek en lijkt het er toch op dat het misschien wat gaat worden vanmiddag. Ralph Spleet, ja zo heet hij echt, één van de lokale helden hier was bereid, om indien nodig, een startje te komen geven. Hij kan om half drie hier zijn om een kabeltje uit te leggen.

Regen in Hoya

Tegen die tijd zijn we lang en breed klaar en zien met lede ogen de uiterst bruikbare cumels uitgroeien tot onbruikbare onweersbuien. Naar het zuiden toe ziet het er toch nog wel bruikbaar uit en dus besluiten Kirsten en Bert om te starten. Na wat geturbo om bij het betere weer te komen gaat de Nimbus weer op pad. Elbert en ik ruimen de laatste puinhopen op en bedanken Ralph vriendelijk voor alle hulp en vertrekken dan. Waarheen is alleen nog niet duidelijk, want we hebben geen contact meer gehad met het vliegende team. Dus gaan we eerst maar eens wat inkopen doen en lunchen. In de camper verorberen Elbert en ik de verse broodjes en met dat we onze tanden in dit heerlijke Duitse brood zinken barst er een onweersbui los. Langs de antennekabel door het dakraam begint het serieus te lekken, maar Elbert weet met behulp van een schotel het ongenode vocht vakkundig op te vangen en af te voeren.

Zo zitten we dan, Elbert met één hand tegen het dak de ander aan een broodje ham en ik driftig smerend om Elberts vraatzucht bij te houden, te wachten op een bericht van Bert en Kirsten en alsof het zo gepland is krijgen we nog op de laatste hap nakauwend bericht van Bert, dat het niet veel soeps is en dat ze gaan landen op Rinteln. Mooi, dan kunnen we de combinatie richting Rinteln laten afrollen.

Rinteln is nog geen 50 kilometer verderop, maar over de binnenwegen schiet het niet echt op, zeker niet nadat ik hier en daar een klein navigatiefoutje heb gemaakt, maar uiteindelijk komen we toch in het immer idillische Rinteln. Elbert heeft mooie verhalen over z’n eerste overland, die hij tijdens een DSA kampje vanaf dit veld heeft gemaakt en na nog een keertje de combinatie gekeerd te hebben, omdat we weer een verkeerde afslag hebben genomen, staan we op het vliegveld. Omdat we de 50 kilometer niet hebben gehaald, is het maar een verplaatsing. Jammer, maar we staan in ieder geval weer eens op een ander veld en gaan eens in het dorpje kijken of er wat te vreten valt. We knagen bij de lokale Italiaan en gaan daarna naar bed. Dit keer kunnen we binnen slapen, omdat we van de lokalen een paar veldbedden te leen hebben gekregen. Morgen belooft het beter weer te worden.

go to top
  Dinsdag 6 juli Super weer en mooie finish  
4/8 Cu 040 nosig 270/10 10+ 19C
Als we uit ons graf kruipen, staan er al cumels aan de hemel en dus maken we een beetje voort. We hebben echter nog steeds het probleem van een niet werkende logger. Elbert heeft het lumineuze plan om de turbo af te borgen met een zegelloodje, dat hij in het clubhuis heeft gevonden en dan met een handheld GPS gekoppeld aan de SeeYou Mobile Ipaq te loggen. Hopelijk is dit een afdoende alternatief. Hoe dan ook, het is tijd om te gaan vliegen.

Mark de Jonge & Nimbus 3Dt


Alles staat opgesteld en het wachten is op het sleepvliegtuig. Het jammere is, dat dat ding startproblemen heeft. Starpoging na Startpoging wordt ondernomen en één ding is zeker, met de accu van de machine is niks mis. Frustrerend, het lijkt erop, alsof we hier weer tandenknarsend moeten toekijken hoe het mooie weer aan ons voorbijtrekt… en dan, opeens, bij de god mag weten hoeveelste startpoging, springt het apparaat aan en kunnen we vertrekken.

Al snel blijkt, dat het weer goed is en is de Nimbus op pad. Elbert en ik ruimen de rommel op en gaan ook maar weer eens op pad. We worden getrakteerd op een strakke file op de snelweg, maar verder gaat de reis voorspoedig. De berichten uit de lucht zijn bemoedigend en al spoedig worden we gebeld, dat ze zijn geland op Eindhoven. Terwijl ik achterin de camper aan m’n dagboekje werk, rijden we de laatste kilometers zoek en als we aankomen op eindhoven staan Bert en Kirsten ons al met smart op te wachten, de kist al gewassen en zo ver mogelijk gedemonteerd. Het mooiste is, dat het erop lijkt, dat de wedstrijdleiding Elberts noodoplossing met het zegellood accepteert.

Rinteln -> Eindhoven (270 km)

Met dat we bezig zijn de boel op te ruimen worden we uiterst vriendelijk ontvangen door Natasja en zien we ook andere deelnemers hun spullen opruimen. Alles wat ons rest is het inleveren van de loggerfiles en wat papierwerk en dan zit de Euroglide er weer op. De bar wordt opengegooid en Natasja regelt italiaans eten en na een gezellig hapje en drankje is het dan echt gedaan en gaat ieder zijns weegs. Het was een mooi stukje zweefvliegwerk en dat was het!

Mark de Jonge

go to top
Created by Poort